Deze week begint voor veel studenten de periode van hun afstudeeropdracht en/ of stage. Om deze groep laatstejaars een helpende hand te bieden hierbij hebben we een blog geschreven over hoe kwalitatieve en kwantitatieve vragen beantwoord dienen te worden. Immers, een kwalitatieve vraag is niet kwantitatief te beantwoorden en omgekeerd!

Doorgaans kunnen we hier de volgende vuistregel voor gebruiken: wanneer je in een onderzoek hypothesen of theorieën wil bevestigen/verwerpen en feiten wil verzamelen die kunnen worden  gegeneraliseerd naar een grotere populatie, gebruik je kwantitatieve onderzoeksmethodes. Veel gebruikte methodes zijn hiervoor: observaties, online enquête, telefonische interviewen.

Bij kwalitatief onderzoek wordt data verzameld in de vorm van woorden. Men gebruikt dit om gedachten, motivaties en meningen te begrijpen. Daarom worden er bij deze type onderzoeken open vragen gesteld. Kwalitatieve onderzoekmethode zijn onder andere: interviews met openvragen, focusgroepen en case study onderzoeken.

Een kwalitatieve vraag kun je niet kwantitatief beantwoorden en omgekeerd. Het is echter wel zo dat je beide onderzoeksmethode kan toepassen in je onderzoek. Dit heet triangulatie. Hiermee verhoog je de validiteit van je onderzoek, krijg je een vollediger beeld van een bepaald probleem en voorkom je(meer)  dat je ongeldige onderzoeksresultaten krijgt.

Er zijn dus drie onderzoeksvormen; kwalitatief: het onderzoeken van meningen en standpunten, kwantitatief: het onderzoeken van feiten en hypothesen, en triangulatie: een combinatie van zowel kwalitatief als kwantitatief.